Gedaan met laden. U bevindt zich op: Welzijnsactoren: van werkgever tot overlegcomité Dienstverlening welzijn en gezondheid

Welzijnsactoren: van werkgever tot overlegcomité

Welzijn op de werkvloer is een gedeelde verantwoordelijkheid. Op deze pagina lees je meer over die welzijnsactoren en hun wettelijk bepaalde verantwoordelijkheden.

Voor wie?

  • Je werkt rond het welzijn bij de Vlaamse overheid. Of je wilt meer weten over het thema.

Werkgever

De werkgever moet zorg dragen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers. Het is dus de leidend ambtenaar die het welzijnsbeleid uitstippelt en instructies geeft aan de leidinggevenden om dat beleid in de praktijk te brengen. De werkgever draagt de eindverantwoordelijkheid.

De Welzijnswet van 1996 en de codex over het welzijn op het werk schrijven de werkgever verplichtingen voor rond welzijn op het werk. Zo verplicht de wet de werkgever een welzijnsbeleid te voeren om te streven naar een werksituatie waar mensen zich goed en veilig voelen op vlak van 7 welzijnsdomeinen.

Leidinggevenden: hiërarchische lijn

Alle leidinggevenden voeren het welzijnsbeleid van de werkgever mee uit. En dat binnen hun niveau en bevoegdheid.

Werknemers

Iedere werknemer moet naar best vermogen zorg dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid, en die van collega’s en derden. Daarbij rekening houdend met zijn opleiding en de instructies van de werkgever/leidinggevende.

Preventieadviseurs

Elke werkgever moet een beroep doen op een preventiedienst, die let op de veiligheid en gezondheid op het werk. De meeste entiteiten van de Vlaamse overheid zijn hiervoor aangesloten bij de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (GDPB). Zijn er bepaalde taken zijn die deze dienst niet kan opnemen? Dan voorziet de GDPB een externe preventieadviseur, bijvoorbeeld voor arbeidsgeneeskunde is dat IDEWE.

De preventieadviseur adviseert voornamelijk de werkgever, de leidinggevenden en het overlegcomité. Samen werken ze aan een welzijnsbeleid.

Contactpersonen Welzijn

In elke entiteit wordt een contactpersoon welzijn aangesteld. Die contactpersonen moeten minimaal beschikken over een getuigschrift preventieadviseur niveau 3. De GDPB organiseert deze basisopleiding preventieadviseur niveau 3 voor de contactpersonen welzijn en voor andere collega’s die betrokken zijn bij het welzijnsbeleid van de entiteiten. Heb je hier vragen over? Mail dan naar gdpb@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie). Via deze link(opent in nieuw venster) kan je jou inschrijven voor deze opleiding (vergeet niet om eerst in te loggen in Vlimpers Leren).

Vertrouwenspersonen

Ergocoaches beeldschermwerk

De ergocoach beeldschermwerk is het eerste aanspreekpunt in je entiteit voor tips en ondersteuning rond ergonomisch werken met beeldschermen. Je kan bij de ergocoach terecht als je vragen hebt over de juiste instelling van je werkplek of een goede werkhouding en werkwijze bij beeldschermwerk. Ook als je beginnende fysieke klachten door beeldschermwerk ervaart, ga je best eerst te rade bij de ergocoach.

De ergocoach kan een sleutelrol spelen in het ergonomiebeleid van je entiteit. Als entiteit ben je niet verplicht om een ergocoach aan te stellen maar de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (GDPB) raadt aan om per 100 beeldschermwerkers 1 ergocoach op te leiden.

De GDPB organiseert jaarlijks een opleiding voor de nieuwe ergocoaches beelschermwerk. Het is belangrijk dat zij die volgen en ook het mandaat krijgen van je leidend ambtenaar en leidinggevenden om de nodige tijd te kunnen besteden aan het uitvoeren van die rol. Ook informatie-uitwisseling tussen de ergocoach en de contactpersoon welzijn, HR, logistieke diensten, … is belangrijk.

Het team Ergonomie van de GDPB ondersteunt de ergocoaches onder meer door intervisiemomenten te organiseren.

Je kan ook informatie over ergonomie vinden op de webpagina ‘Ergonomisch werken’. Specifieke informatie vind je verder op de webpagina ‘Ergonomisch werken met beeldschermen’.

Sociaal overleg over welzijn op het werk

De comités voor preventie en bescherming op het werk zijn overlegcomités. Alle bevoegdheden die in bedrijven opgedragen zijn aan de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW’s) worden bij de overheid uitgeoefend door het bevoegde overlegcomité. Binnen de Vlaamse overheid zijn er een aantal overlegcomités:

  • HOC: Hoogoverlegcomité
  • EOC: Entiteitsoverlegcomité
  • SEOC: Subentiteitsoverlegcomité.

Al die comités zijn paritair samengesteld en bestaan dus uit vertegenwoordigers van de werkgever en vertegenwoordigers van de werknemers. Een overlegcomité is samengesteld uit de werkgevers- en werknemersafvaardiging, preventieadviseur van de GDPB, arbeidsgeneesheer en andere personen zoals de vertrouwenspersoon, contactpersoon Welzijn en HR-medewerker van de entiteit.

Binnen dit overlegorgaan worden voornamelijk de welzijns- en veiligheidsthema’s van de entiteit of Vlaamse overheid besproken. Werknemers en werkgever overleggen rond preventie en bescherming op het werk. Het gaat voornamelijk over adviezen rond risicobeheersing. De overlegcomités hebben een adviserende bevoegdheid over alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen die gevolgen met zich kunnen meebrengen voor de veiligheid, de gezondheid en welzijn van de werknemer.

Het Hoog Overlegcomité moet akkoord geven over de aanstelling of verwijdering van de preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en heeft een controlerende functie met betrekking tot de manier van werken van de preventieadviseur. Het volgt de werking van de GDPB op en stimuleert die.

Gebouwgebonden werkgroep welzijn

De gebouwgebonden werkgroepen welzijn zijn bevoegd voor de aangelegenheden met betrekking tot welzijn op het werk, in het bijzonder voor de huisvestingsproblematiek. Het gaat dus over gebouwgebonden aangelegenheden die een impact hebben op personeelsleden en diensten gehuisvest in het gebouw.

Het doel is om de gezondheid, veiligheid en het welzijn van de personeelsleden te bevorderen en te waarborgen, evenals om een positieve en ondersteunende werkomgeving te creëren. Andere gebouwgebonden zaken, horen niet thuis in een werkgroep welzijn. Deze kunnen ofwel bilateraal ofwel in een optioneel ander (ad hoc of structureel georganiseerd) overleg worden besproken.

Benieuwd naar de samenstelling, rolverdeling, formele kader en zoveel meer? Check dan de webpagina ‘Praktische richtlijn werkgroepen welzijn’.